Nieuws

De eerste 5 verkiezingsprogramma’s langs de digitale meetlat gelegd

De eerste 5 verkiezingsprogramma’s langs de digitale meetlat gelegd

Je zou het misschien niet zeggen, maar de zomer zit erop en het politieke reces is voorbij. Sterker nog, de partijen maken zich al weken op voor de Tweede Kamerverkiezingen op woensdag 22 november. Dat wordt in vele opzichten spannend, maar als DDA zijn we natuurlijk vooral geïnteresseerd in het toekomstige beleid op het gebied van digitalisering in het algemeen en de digitale infrastructuur in het bijzonder.

Hebben de partijen oog voor het feit dat digitalisering allerlei nieuwe kansen, uitdagingen en vraagstukken opwerpt? Zien partijen in dat de behoeften van mensen en gemeenschappen en de ambities van bedrijven, wetenschappers en overheden allemaal onlosmakelijk verbonden zijn met digitale technologie? En realiseren partijen zich dat een succesvolle digitale samenleving en een digitale economie afhankelijk zijn van een sterke digitale infrastructuur?

Inmiddels zijn er van vijf partijen verkiezingsprogramma’s verschenen, namelijk: VVD, SP, CDA, Volt en PvdA/GL. Afgelopen dagen hebben we deze programma’s gelezen en gewogen en hierbij delen we onze bevindingen van deze ‘eerste ronde’. Uiteraard volgt het definitieve beeld zodra alle partijen hun programma’s in de loop van september hebben gepresenteerd.

Meer oog voor digitaal

Om te beginnen met een positieve noot: stuk voor stuk besteden partijen meer aandacht aan digitalisering als maatschappelijk onderwerp. Na decennia van korte en plichtmatige passages over ICT en privacy zie je nu dat partijen uitgebreider op het onderwerp ingaan, wat zeker als een winst kan worden gezien. Daarbij zijn de programma’s gedetailleerder op het gebied van digitalisering. Zo beschrijven verschillende partijen hun digitale standpunten op het gebied van diverse domeinen en sectoren zoals de economie, de overheid, de zorg, het onderwijs, defensie, veiligheid en geopolitieke verhoudingen. Ook gaan alle partijen in op de impact van sociale media en AI. Verder besteden alle partijen aandacht aan het belang van onderwijs, kennis en digitale vaardigheden.

Zoals te verwachten is, legt elke partij zijn eigen accenten. Zo heeft de VVD een sterke paragraaf over de digitale economie: Om ook in de toekomst zeker te kunnen zijn van een goede boterham, moeten we nu investeren in de economie van de toekomst en de bescherming daarvan. Met daarin grote focus op de digitale economie: het verstevigen van de digitale infrastructuur, snel en toegankelijk internet voor iedereen, kunstmatige intelligentie verzilveren, het versterken van de kenniseconomie en het hervormen van het topsectorenbeleid.

Het CDA zet in op gemeenschap en veiligheid, onder meer door anonieme social media accounts te verbieden en door in te zetten op strategische autonomie zonder afhankelijkheid van China en Rusland. De SP vreest dat digitalisering leidt tot ontmenselijking en kiest daarom voor open source en open standaarden. Ook ziet de partij het internet als een nutsvoorziening die beschikbaar en betaalbaar (op termijn zelfs gratis!) moet zijn. Daarbij wil de partij geen staatscontroles en evenmin dat Big Tech onze keuzes bepaalt.

Ook Volt heeft interessante ideeën zoals een EU-Tech Fund, gratis digitale leermiddelen, een digitale toets bij wet- en regelgeving, een basistraining voor ambtenaren en een echt Ministerie voor Digitale Zaken. Enerzijds wil de partij dat we digitale koploper worden, maar anderzijds klaagt de partij dat het water- en energieverbruik van datacenters omlaag moet. Misschien heeft de partij ons Impact Rapport nog niet gelezen waaruit blijkt dat het aandeel van datacenters op deze gebieden uiterst bescheiden is.

Tot slot de combinatie PvdA/GL. Net als de SP kiezen ze voor sterke toezichthouders met tanden en net als Volt kiezen ze op meerdere terreinen voor een Europese aanpak. Zo zet de partij in op een ‘publieke digitale ruimte’ in de vorm van een alternatief ecosysteem dat door Europese partners gebouwd wordt. Wat hiermee precies bedoelt is niet duidelijk maar verderop schrijft de partij dat datacenters moeten voldoen aan strenge eisen. Dat laatste is op zich prima, maar ook dat de mondiale groei niet door het dak mag gaan en dat de nationale behoefte leidend moet zijn. Dat laatste is problematisch, omdat juist Nederland een internationale positie te verdedigen heeft waar we als land sterk van profiteren.

Kortom: een heleboel digitale dynamiek in de partijprogramma’s en genoeg stof om in de gaten te houden!

Gerelateerd

Meest gelezen

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

En blijf op de hoogte over het laatste datacenter nieuws!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van het laatste datacenter nieuws