Excellenties,
Wij hebben met grote belangstelling kennis genomen van uw Kamerbrief “Hoofdlijnen beleid voor digitalisering”, en willen onze reactie op de brief graag met u delen.
We hebben veel waardering voor de toenemende kabinetsaandacht voor de verdergaande digitalisering van onze samenleving. Het is positief dat het departementsoverstijgende karakter van dit thema wordt herkend. Ook is het positief dat u vaart maakt met beleidscoördinatie tussen de betrokken departementen, met intensivering van de regie op cybersecurity en met het thema de digitale overheid. We zijn blij met uw voornemen de privaat-publieke samenwerking op diverse gebieden te intensiveren, en steunen uw pleidooi voor een open, vrij en veilig internet, bestuurd door het multi-stakeholder model.
Tegelijkertijd hebben we ook enige zorgen. Inmiddels zijn de verschillende digitale agenda’s zo’n vier jaar oud terwijl de digitale ontwikkelingen voortrazen. Dat vraagt om concretisering en intensivering van beleid, waarvoor een aantal aanknopingspunten in uw brief ons inziens nog ontbreekt. We zien vanuit het BZK perspectief een begrijpelijke focus op digitale overheid en het beschermen van de digitale rechten van de burger, maar voor de andere onderwerpen zien we herhalingen van eerdere agenda’s zonder de nodige handen en voeten. Omdat de praktijk nadere invulling en uitwerking van ambities behoeft, zijn wij zo vrij geweest met u mee te denken.
Ten eerste lijkt ons een intensivering en verdieping van uw actiepunten voor de digitale economie noodzakelijk. Tijdens de formatie in mei 2021 hebben we als vertegenwoordigers van de digitale industrie en digitale infrastructuur met formateur Mariëtte Hamer gesproken over transitie en herstel na de Coronacrisis. Daar hebben we onder andere gepleit voor een integrale actieagenda voor onze brede digitale infrastructuur. Het gaat niet alleen om 5G, maar om het ecosysteem van alle vaste en mobiele (telecom) verbindingen, intercontinentale verbindingen, zeekabels, internetknooppunten, backbones, cloud en hosting, en vooral ook datacenters, waarin al deze faciliteiten en functies met elkaar verbonden zijn. Als sector hebben we het kabinet er meermaals op gewezen dat als ergens in dat ecosysteem de groei van een onderdeel stagneert, het geheel niet goed meer kan meegroeien met de nationale ambities. Waarmee ook de ambities om digitaal knooppunt te worden onder druk komen te staan.
Ter illustratie: de gewenste voordelen van de 5G netwerken kunnen niet worden gerealiseerd als niet alle genoemde onderdelen mee kunnen groeien. Op dit moment vragen enkele van die kwesties dringend aandacht. Denk aan de noodzakelijke vervanging van zeekabels, de achterblijvende groei van Nederlandse aanbieders van hosting en cloud op de Europese markt en natuurlijk de problemen rond de maatschappelijke en ruimtelijke inpassing van datacenters. De constatering in uw brief dat Nederland digitaal knooppunt zal worden door slechts het veilen van twee frequenties vinden we daarom wel erg mager, en zelfs riskant. Het digitale knooppunt bestaat uit immers uit veel meer dan alleen mobiele verbindingen en het versterken daarvan vraagt een integrale aanpak van brede digitale infrastructuur als hierboven geschetst.
Ten tweede maken we we ons ongerust over de benaderingswijze van datacenters. Uw constatering dat er sprake is van onbekendheid met energie- en watergebruik lijkt niet inhoudelijk onderbouwd maar politiek gemotiveerd te zijn. Belangrijker is dat de kansen en uitdagingen van de nationale datacenter-sector vragen om een integrale blik, nationale regie en sterke coördinatie teneinde enerzijds de economische potentie te benutten op en anderzijds de vraagstukken rondom stroom, ruimte en energie het hoofd te bieden. Als sector nemen wij onze verantwoordelijkheid en brengen wij graag onze kennis in.
Als derde maken we ons zorgen over het klaarblijkelijk onvoorwaardelijke optimisme met betrekking tot de plannen van de Europese Commissie (EC). De aanname dat alles wat de commissie doet de Nederlandse ambities steunt is riskant, want er is voldoende reden tot zorg over enkele van deze plannen. Denk aan de potentieel zeer ingrijpende gevolgen van de certificeringen die horen bij de nieuwe Richtlijn voor Netwerk- en Informatiebeveiliging NIB2, voor het Nederlandse digitale MKB. Of de wens van de EC om handhaving verregaand te privatiseren, door grote techbedrijven nog meer rechten en plichten te geven om onze persoonlijke data te inspecteren op onrechtmatigheid. Dat staat zelfs haaks op de ambities om de inbreuk op onze data en privacy door diezelfde techbedrijven te verminderen.
Ten vierde zijn er zorgen over de kansen voor Nederlandse bedrijven die participeren in het Gaia-X project, dat u in uw brief benoemt. Het feit dat ook bestaande niet-Europese marktpartijen dezelfde Gaia-X diensten zullen gaan leveren betekent dat er, zonder specifiek flankerend beleid, geen zicht is op een betere positie van Nederlandse aanbieders in de EU markt, of zich op daadwerkelijk betere kansen voor Nederlandse aanbieders als leveranciers voor de publieke sector. Naar onze mening zou Nederland de plannen van de commissie daarom kritischer moeten volgen. En in elk geval grondig moeten toetsen aan de nationale ambities en belangen, en op impact op ons nationale digitale MKB, dat de ruggengraat is van onze digitale economie.
Als laatste wijzen we u op de noodzaak van voldoende inzet van mensen en middelen bij de betrokken departementen. De enorme omvang van het digitaliserings dossier vraagt zeer veel, soms teveel van alle betrokkenen, zo merken we in de praktijk.
Samenvattend, adviseren we u:
- Ontwikkel een visie op en beleid voor de brede, integrale digitale infrastructuur, en niet slechts voor vaste – en mobiele (telecom) netwerken.
- Intensiveer de publiek-private samenwerking met actoren in de industrie en voor cyber security, die de ins- en outs van de dynamiek goed kennen. Organiseer een tweejaarlijks sector-overleg.
- Organiseer een permanent debat over de spanning tussen nationale soevereinitiet, economische belangen, maatschappelijke waarden en rechten van de burger, in een digitale variant van de SER
- Verruim niet alleen kennis en middelen bij het ministerie van BZK, maar vooral ook bij Justitie en Veiligheid (het NCSC), het ministerie van EZK (waaronder het DTC) en de overige vakdepartementen die steeds meer digitaliseringsvraagstukken krijgen.
- Wees kritisch waar nodig op de digitale beleidsontwikkelingen vanuit de Europese Commissie. Niet alle plannen zijn automatisch goed voor de Nederlandse ambities.
- Durf verder te kijken dan -korte termijn geleide- NIMBY sentimenten voor stroom, energie en ruimte bij de fysieke digitale infrastructuur en houd het grotere geheel, de internationale verhoudingen en de langere termijn in het oog.
Als samenwerkende brancheorganisaties zijn we zeer bereid u met raad en daad bij te staan.
In afwachting van uw reactie, wellicht voorzien van een uitnodiging voor verdere dialoog,
Tekenen wij met hartelijke groet,
AMS-IX Amsterdam Internet Exchange
Peter van Burgel, CEO, peter.van.burgel@ams-ix.net
BTG/TGG Branchevereniging voor Telecom Grootgebruikers
Petra Claessen, CEO, petraclaessen@btg.org
Cyberveilig NL Cyberveilig Nederland
Petra Oldengarm, Directeur, petra@cyberveilignederland.nl
DINL Digitale Infrastructuur Nederland
Michiel Steltman, Directeur, msteltman@dinl.nl
DCC Dutch Cloud Community
Ruud Alaerds, Directeur, ruud@dutchcloudcommunity.nl
Simon Besteman, Directeur, simon@dutchcloudcommunity.nl
DDA Dutch Data Center Association
Stijn Grove, Directeur, sgrove@dutchdatacenters.nl
FCA Fiber Carrier Association
Andrew van der Haar, Directeur, a.vanderhaar@fibercarriers.nl
NBIP Nationale Beheersorganisatie Internet Providers
Octavia de Weerdt, Directeur, octavia@nbip.nl