Nieuws

Energiereductie is een zaak van de hele cloud-keten

Energiereductie is een zaak van de hele cloud-keten

Niet alleen datacenters moeten zich bekommeren om het terugdringen van uitstoot en energiegebruik. Eigenlijk zou de hele keten verantwoordelijkheid moeten nemen voor een groener digitaal landschap.      

Via smartphone, laptop en tv consumeren we digitale diensten dat het een lieve lust is. Een groot deel van die diensten draait vanuit de cloud, of concreter: op servers die in veelal grootschalige datacenters zijn ondergebracht. Met hun prominente plaats in het landschap en substantiële elektriciteitsverbruik onderstrepen datacenters dat wat we eigenlijk al wisten: de digitale economie draait niet op lucht.

Restwarmte

Als weinig romantische belichaming van onze digitale economie zijn datacenters dan ook regelmatig onderwerp van discussie. Hoeveel datacenters kan en wil een klein land als Nederland herbergen? Halen we onze doelstellingen uit het Klimaatakkoord wanneer we tegelijkertijd een Europees knooppunt voor dataverkeer willen zijn? Tegelijkertijd is het hoopgevend en motiverend om te zien welke stappen op dit moment al door de gehele ICT-keten worden gezet om het uiteindelijke energieverbruik door de cloud naar beneden te brengen. Kansen liggen in het datacenter zelf, de servers die daar worden gehuisvest, en de digitale diensten die op deze servers draaien.

Dat in ieder geval een deel van die kansen al wordt benut, bewijst de sterk toegenomen efficiëntie van datacenters. Het stroomverbruik van datacenters nam in de periode 2010-2018 wereldwijd met slechts zes procent toe, terwijl het dataverkeer naar- en van datacenters vertienvoudigde en de dataopslagcapaciteit met een factor 25 steeg. Door toegenomen schaal en de inzet van innovatieve, minder energie-intensieve koelingstechnieken houden datacenters het energieverbruik zelf bovendien goed in de hand. Het is in theorie zelfs mogelijk om de voor koeling benodigde elektriciteit volledig te genereren uit restwarmte van het datacenter zelf. Zo’n volledig circulaire constructie is helaas nog toekomstmuziek, al wordt restwarmte al regelmatig extern ingezet, bijvoorbeeld voor verwarming van een zwembad of appartementencomplex.

*Ecomodus aan*

Ook de eigenaar van de server draagt bij aan de relatief langzame stijging in energieverbruik. Dit kan een hostingbedrijf zijn dat ruimte in een datacenter huurt, of een partij die tevens eigenaar is van het datacenter zelf, zoals grote clouddienstverleners als Microsoft en Google, of bedrijven met een eigen IT-infrastructuur. Het gebruik van nieuwere modellen levert vaak al winst op in termen van verhoogde capaciteit en verminderd energiegebruik. Naast vervanging van de hardware kan ook slim gebruik ervan het elektriciteitsverbruik verminderen. Zo verbruiken weinig- of ongebruikte servers verhoudingsgewijs veel stroom. Energiegebruik kan in zo’n geval worden beperkt door de ‘ecomodus’ aan te zetten. Het gebruik van deze (tijdelijke) slaapstand leverde bij KPN een energiereductie van 7 procent op en had geen merkbare invloed op de prestaties van de desbetreffende servers. Tot slot loont het om het aantal servers naar beneden te brengen en het gebruik ervan op te schroeven. Dit kan door middel van virtualisatie. Eén fysieke server krijgt dan meerdere virtuele representaties en kan door meerdere partijen tegelijkertijd worden gebruikt.

Groene software

Datacenters en hun servers staan er uiteraard niet voor de sier: ze herbergen de websites die we bezoeken, geven ons toegang tot softwareapplicaties als Word en Netflix, en bieden ruimte aan onze kostbare foto’s. Daarmee doen we dagelijks een beroep op servers in de cloud en stuwen we het elektriciteitsverbruik van datacenters. Het is onwaarschijnlijk dat gebruikers hierom zullen stoppen met het gebruik van deze clouddiensten, ze voorzien immers in een behoefte. Wel kunnen website- en softwareontwikkelaars ingrepen doen om de hoeveelheid geheugen, dataverkeer of rekenkracht die hun product vereist omlaag te brengen. De CO₂-voetafdruk van websites is al gemakkelijk in te zien via de Website Carbon Calculator en er bestaan verschillende methodes om deze voetafdruk te verkleinen. Ondanks dat de academische wereld moeite doet om een set aan bewezen methodes en richtlijnen te ontwikkelen, is energiebewust programmeren voor veel softwareontwikkelaars helaas een nog relatief onbekend fenomeen.

Stimulans

Websites, software en data hebben op het eerste gezicht geen andere verschijningsvorm dan de pixels op het scherm van onze telefoon, laptop of tv. Dat maakt de link tussen de digitale diensten die we afnemen en het bijbehorende energieverbruik minder evident. Toch is er een andere, meer in het oog springende verschijningsvorm die de gemoederen blijft bezighouden: de datacenters die in de polder verrijzen. Deze complexen zijn het bewijs dat onze digitale activiteiten wel degelijk een voetafdruk hebben, en hun overheersende aanwezigheid zou een stimulans moeten zijn voor alle partijen in de ICT-keten om een steentje bij te dragen.

Bron: Emerce
Over de auteur: Julia Krauwer is Sector Banker TMT (Technologie, Media & Telecom) bij ABN Amro

Gerelateerd

Meest gelezen

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

En blijf op de hoogte over het laatste datacenter nieuws!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van het laatste datacenter nieuws